Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [44]Brandende lippen, en een boos hart, zijn [als] [45]een potscherf met schuim van zilver overtogen. 44. Versta, de mensen, die uit vurige liefde en goede toegenegenheid schijnen te spreken, maar nochtans hun, die zij toespreken, een kwaad hart toedragen. 45. Hetwelk van zichzelven wel van kleine waarde is, maar van buiten door den schijn en de gelijkheid des zilvers een schonen luister geeft, die de mensen bedrieft, menende dat de potscherf, daarmede overtrokken, goed massief zilver is.